Wat is….
Een steltvoet is een te steile beenstand als resultaat van een bokvoet, ontstaan door een foutieve hoefbelasting. De steltvoet ontstaat door een te korte diepe buig- en steunpees of door een afwijkende gewrichtsfunctie in de ondervoet.
Het woord “steltvoet” heeft volgens de Van Dale twee betekenissen: 1. “gebrek bij paarden waarbij de koot in het verlengde van de pijp staat” en 2. “Iemand met steltvoeten kan zijn hak niet op de grond zetten en loopt op zijn tenen”.
Steltvoet – Bokhoef
Oorzaak en behandeling….
Het duurt niet lang meer of de eerste veulens van de nieuwe jaargang zullen geboren worden. Laten we nu alvast eens kijken hoe we veel voorkomende problemen bij deze dieren kunnen vermijden.
Een probleem dat bij zeer jonge veulens voorkomt, is de bokhoef: een zeer steil hoefje, waarbij de verzenen
(achterzijde) soms net zo lang zijn als het toongedeelte (voorzijde), wat resulteert in een te steile stand van de ondervoet.
Hoe ontstaat de bokvoet of steltvoet bij veulens?
De ontstaanswijze valt in twee groepen uiteen: hoefproblemen en steltvoeten.
Door overmatige slijtage, het wegsnijden van het toongedeelte of het te lang laten van de verzenen kan
het veulen een bokhoef krijgen. Een ongewenste steile beenstand is hiervan het gevolg.
De bokhoef gaat altijd gepaard met een permanente buiging van het hoefgewricht. Hij kan ontstaan door een langdurige pijnlijke aandoening in de achterste helft van de voet.
De steltvoet is een te steile beenstand ontstaan door een foutieve hoefbelasting of een aangeboren afwijking waarbij storingen in de groei en de ontwikkeling van botten, pezen en banden optreden. De steltvoet ontstaat door een te korte diepe buig- en steunpees of een afwijkende gewrichtsfunctie in de ondervoet. De erfelijkheid speelt hierbij ook een grote rol. De prognose is hierbij slecht te noemen.
Voor de verkregen steltvoet worden o.a. verkeerde voeding, te harde of te zachte bodem, gebrek aan hoefverzorging, te lang wachten met bekappen en een pijnlijke gewrichtsaandoening als oorzaken genoemd.
<<< de grote tractie (rode lijn) van de diepe buigpees (blauwe pijlen).
De steltvoet ontstaan door te korte buigpezen, vereist een intensievere behandeling. Het doel van de behandeling is het veulen verder door te laten buigen in de ondervoet. De correctie van de voet is gelijk aan die van de bokhoef. Om meer buiging in de ondervoet te verkrijgen, wordt een snavelijzer aangebracht. Door frequent met het veulen te stappen, worden de buigpezen opgerekt. Langzaam zullen de beenstand en het model van de hoef zich aanpassen
Een andere behandelwijze die bij jonge veulens mogelijk is, is het onder narcose oprekken van de buigpezen. Het opgerekte been wordt vervolgens ingegipst. Dit oprekken van de pezen is in sommige gevallen ook met medicijnen te bewerkstelligen.
Om een ernstige verkromming van het hoefgewricht te kunnen opheffen, is naast een snavelijzer een operatie nodig. Hierbij wordt de ondersteuningsband van de pees van de diepe buiger (het Caputt Tendineum of Ligamentum Accesorium) doorgesneden. Deze band speelt een belangrijke rol bij het passief (= zonder energieverbruik) kunnen staan. Deze operatie zorgt ervoor dat behalve de pees het spierhoofd van de diepe buiger wordt opgerekt. Het oprekken zal dan ook versneld plaatsvinden, aangezien een spier in het algemeen makkelijker op te rekken is dan een pees.
Een laatste methode is het klieven van de pees van de diepe buiger in combinatie met een snavelijzer teneinde een stand te kunnen corrigeren. Deze remedies zijn in sommige gevallen erger dan de kwaal en zullen een goede sportcarrière van het dier in de weg staan.
<<< een duidelijk verschil tussen de stand van het hoefbeen van een normale voet en een steltvoet
Bij tijdig en correct behandelen is een te steile beenstand door een bokhoef of steltvoet meestal te voorkomen.
Voor alle veulens geldt dat de hoeven van jongs af aan gecontroleerd en als het nodig is gecorrigeerd moeten worden.
>>>>De druk van de teen op de bodem wordt zo groot dat zelfs het hoefbeen van vorm gaat veranderen (deformeren van het hoefbeen).
Een behandeling van de steltvoet / bokvoet
Beslag … Voor deze problemen kan een snavelijzereen oplossing zijn
maar de mogelijkheid is ook een operatie van het check ligament (desmotomie).
zie steltvoet of bokvoet operatie
1e behandeling
Een te steile beenstand is uit biomechanisch oogpunt ongewenst; hij veroorzaakt een suboptimale belasting van
gewrichten en pezen in de ondervoet.
In tegenstelling tot bij het volwassen paard zijn beenstanden bij veulens te
corrigeren. De methode van correctie is afhankelijk van de oorzaak en de leeftijd van het veulen. De hoefsmid speelt
in deze behandeling een cruciale rol. De stand en het model van de hoef bepalen de beenstand.
De bokhoef wordt als op zichzelf staand probleem behandeld door de toon te sparen. Door een kunststof of metalen bescherming tegen overmatige slijtage
kan de bokhoef genezen of voorkomen worden. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat dit bij alle veulens
gaat.
Een voetje opnemen is dus een noodzakelijke dagelijkse bezigheid bij de opvoeding van het veulen. Het voorkomt een traumatische ervaring met een behandelend hoefsmid of dierenarts.
De 2e behandeling Na 3 maanden.
Na 3 maanden zijn de voeten weer voldoende aangegroeid en kunnen we de cast verwijderen. De voeten hebben tot nu toe telkens steun gehad van de snavel om zodoende de stand van de voeten terug te brengen naar een bijna normale voetas.
Het volgende beslag zal weer bestaan uit een snavelijzer, maar dan met een iets kortere snavel.
Het beslag zal nog enkele keren worden herhaald om te voorkomen dat de voet weer deze abnormale stand zal aannemen. Het is het grootste belang dat deze paarden goed worden begeleid.
Na de voeten enkele keren te hebben beslagen, is de stand zo veranderd dat de voetas weer normaal is en we zonder teenstuk kunnen werken.
Om deze stand te kunnen handhaven, zullen deze patiënten op tijd moeten worden beslagen.
De tractie (trekkracht) van de buigpezen zal na een tijd afnemen, zodat de stand correct blijft, zelf zonder beslag.
De voeten zullen nu qua omvang en grootte meer op elkaar gaan lijken.
Een hoefsmid kan door een goede begeleiding ervoor zorgen dat ook dit paard zonder problemen de wedstrijdsport in kan.