Verbening hoefkraakbeenderen

Verbening hoefkraakbeenderen

Wat is…. 
Als de beide kraakbeenderen op de takken van het hoefbeen verharden door kalkafzetting noemen we dat verbening van de hoefkraakbeenderen.

Oorzaak en behandeling….

a. hoefbeen
b. kroonbeen
c. kootbeen
d. takken van het hoefbeen

 

Een normaal hoefbeen (a) bestaat uit botstructuur. Op de beide takuiteinden (d) zit een kraakbeen dat zeer beweeglijk is.
De hoefkraakbeenderen zijn zeer sterk en veerkrachtig en bovendien zeer beweeglijk. Een gezond kraakbeen heeft geen kalkafzetting. Een goede beweeglijkheid van deze hoefkraakbeenderen is van grote betekenis voor het hoefmechanisme en daarmee ook voor een goede doorbloeding van de ondervoet.

 

 

Beiden kraakbeenderen zitten voor de helft in de hoornschoen. De andere helft komt boven de kroonrand uit en ligt in het balgedeelte onder de huid. Deze helft geeft een model of vorm aan de hoefbal (rode lijn).

 

 

 

 

      

Links:  normale fase.een normale hoefbeentak zoals deze er uit hoort te zien met natuurlijk daarbovenop het kraakbeen (d) dit kraakbeen zal zich gaan verbenen door kalkafzetting. 
Midden: 1e fase,Er is al een vergroting van de hoefbeentak in wording.
Rechts: 2e fase, De groei gaat gestaag en groeit naar boven waardoor het kroonbeen wat tussen de takken moet zakken een bewegingbelemmering krijgt.

   

links: 3e fase een vrij ernstige verbening
rechts: 4e fase, Een zeer ernstige verbening welke een kreupelheid geeft.

 

Links:  Een röntgenfoto laat zien dat beide hoefkraakbeenderen ernstig zijn verkalkt.

Bij bepaalde rassen treedt vaker Verbening op dan bij andere rassen. Het komt voornamelijk voor bij het Nederlands warmbloed paard of het Nederlands trekpaard, maar bij de volbloedrassen komt het zelden voor.
De leeftijd blijkt ook een rol te spelen. Bij sommige rassen ontstaat boven een bepaalde leeftijd (meestal boven 12 jaar) vaak een beginnende verkalking. Bij de een komt dit meer voor dan bij de ander.

Deze problemen komen meer voor bij paarden die veelvuldig op de harde weg lopen dan bij paarden die op de zachte bodem lopen. 
Vroeger kwamen verbeningen veel meer voor dan tegenwoordig omdat de paarden toen veel meer werk moesten verrichten op de harde bodem. Tegenwoordig worden paarden meer gebruikt op de zachte ondergrond. 

 

Links: a. Hoefbeen 
           b. Kroonbeen 
Zwarte pijlen: verbeend hoefkraakbeen

De verbening (verkalking) van de hoefkraakbeenderen  verloopt langzaam. Eerst verkalken de kraakbeenderen, daarna verkalkt de verbinding tussen de kraakbeenderen en de hoefbeentak. 
Vooral als dit laatste optreedt, nemen de beweeglijkheid en het hoefmechanisme af, wat de doorbloeding van de ondervoet vermindert.

 

Als de kraakbeenderen volledig zijn verkalkt, kunnen het kroonbeen en kootbeen niet goed meer tussen deze takken zakken en zal het paard voorzichtig lopen. Daarbij probeert het de verzenen te ontlasten en het zal niet meer goed doortreden. De gang van het paard zal korter en stijver worden.
Als resultaat zal de voet vernauwen. De voet zal een nauwe straal en hoge verzenen krijgen.

 

Er zijn gevallen bekend waarbij de volledig verbeende takken zijn gebroken door de grote kracht van het inzakken van het kroon- en kootbeen. Deze paarden kregen hierdoor minder problemen met de gang.

 

Links: De verbening van de hoefbeentakken zal de beweging in de ondervoet belemmeren.

Aan de verbening van de kraakbeenderen kan geen halt worden toegeroepen. Zij zal uiteindelijk resulteren in een blijvend kort en stijf gaand paard, dat niet meer goed in de sport kan worden gebruikt. Wel kunnen deze paarden nog licht werk verrichten.

Wat kunnen we doen? Er zijn verschillende technieken die enige verlichting bieden. 
1. De zijwanden geheel verdunnen. Het grote nadeel hiervan is dat de voet op den duur inzakt. We krijgen dan een groter probleem omdat we geen sterke wand meer hebben.

 

2. Rainures in het verzengedeelte maken. Dit zijn verticale lange inkepingen die van de bodemvlakte tot bij de kroonrand diep worden ingebracht. Deze rainures zorgen ervoor dat de wand zwakker wordt en meer beweeglijkheid krijgt, waardoor het kootbeen gemakkelijker tussen deze twee kraakbeenderen kan zakken. Deze vorm van bewerken van de zijwanden kan de kroonrand gemakkelijk zo verzwakken dat de zijwanden zullen scheuren.

 

Bij ernstige gevallen is een zenuwsnede geen oplossing omdat de korte en stijve gang blijft. In alle gevallen zal  een correct beslag enige uitkomst bieden.

Beslag….
Een beslag kan de kreupelheid verminderen, maar niet doen verdwijnen. Wel is het aan te raden een beslag te leggen met verbrede takken om de verzenen zo goed mogelijk te ondersteunen. Tussen de takken een balk leggen, kan de kreupelheid ook verminderen omdat dit ijzer stabiel is en geen beweging geeft.
Een beslag met een lederen zool of lederen rand kan de schok in de ondervoet verminderen