Lange tenen lage verzenen

wat is….
De oorzaken van voeten met lange tenen en/of lage verzenen zijn vaak o.a.: verkeerd bekappen en verkeerd beslag, kreupelheden waardoor een van de voeten wordt overbelast en niet te vergeten de fokkerij.
Met lange tenen bedoelen we dat de toon van de hoornschoen te lang is waardoor de voet in zijn geheel verkeerd wordt belast. De verzenen krijgen door deze verkeerde belasting te veel druk en zullen meer afslijten dan normaal of krullen om.

Oorzaak en behandeling….

g1 g2


Het probleem van lange tenen / lage verzenen moet niet worden onderschat. Meestal zien we paarden die naar het idee van de hoefsmid en veearts wel goed zijn behandeld, maar toch steeds slechter worden. De voeten gaan steeds meer naar achter staan, waardoor de druk op de verzenen groter wordt. Als gevolg hiervan worden de tenen steeds langer en de verzenen steeds lager. In het ergste geval krullen de verzenen om.

Kenmerken van lange tenen en lage verzenen zijn:
a. een vlakke zool.
b. een hoornwand die in de teen dik is en verder naar de verzenen toe dunner wordt
c. omgeslagen verzenen
d. omgekrulde verzenen
e. de welving van de zoolvlakte verdwijnt en wordt boller
f.  vaak wijde hoeven
g. platte en ondergeschoven verzenen
h. platte en ondergeschoven ballen
i. brede en vlakke straal

De hoornzolen worden steeds platter en kunnen geen druk meer van de bodem verdragen (waardoor gevoelige zolen ontstaan). De paarden zullen de voeten steeds meer naar voor zetten om de zool te ontlasten, met als gevolg meer druk op de verzenen.
We zien dan ook grote kneuzingen in de zoollederhuid. Op den duur uit zich dit in een korte, onzekere en pijnlijke gang van het paard, waarbij de benen minder worden opgenomen. Het komt vaker voor bij de voorvoeten dan bij de achtervoeten.

g3 Voetas….
Het allerbelangrijkste is de voetas. Dit is een denkbeeldige lijn die in het midden van de kogel begint, door het koot-, kroon- en hoefbeen wordt getrokken en evenwijdig aan de toonwand loopt.(A)

Het is jammer te moeten constateren dat met de voetas weinig rekening wordt gehouden.
Dat is een van de belangrijkste oorzaken van lange tenen.

 

g4 In zeer veel gevallen kan de hoefsmid lange tenen voorkomen door goed op de dikte van de hoornschoen te letten.
We hebben een voet bekapt en zo te zien is er niets mits mee, maar toch…….!

Als we de voet eens nauwkeurig  bekijken, zien we dat de wanden nogal verschillen van dikte.

Het paard kan alleen maar de hoornschoen (dus deze draagrand)  belasten omdat het niet op zijn voeten staat, maar in de hoornschoen hangt.

 

g5 g6

We kunnen ons voorstellen dat een dunne wand eerder is afgesleten dan een dikke wand. Een dunne wand is ook veel minder sterk dan een dikke wand.
Als we van deze logische gedachte uitgaan, kunnen we bedenken dat het paard met een dikke hoornwand in  het teengedeelte eerder een lange teen vormt omdat dit gedeelte zeer sterk wordt.

Als de teen langer wordt, wordt de druk van de totale hoornschoen meer naar de verzenen verlegd. Zodoende zullen deze meer slijten en lager worden.

Het slijten van de hoornschoen zal overal hetzelfde blijven als de wanden overal even dik zijn. Dan zal het paard geen lange tenen meer vormen.

 

g7 Bij een te dikke teenwand zullen zich nog meer problemen voordoen.
Bij een hoefijzer zitten in de beide takken 4 nagelgaten die precies dezelfde afstand van de buitenrand hebben. Is de hoornwand dikker, dan kan de hoefsmid nooit zijn hoefnagels in de “witte lijn” nagelen

.

De hoefnagels zullen buiten de witte lijn worden genageld (gele pijlen zijn de nagelgaten) waardoor de hoornwand zal scheuren of de koppen van de hoefnagels een beetje buiten de voet komen en los gaan.

Ook kunnen paarden met te lange tenen de voeten niet goed “afrollen”. Zij zetten de voeten altijd te laat weg, wat tot gevolg kan hebben dat de achtervoeten van het paard bij iedere beweging in de ijzers klappen of de ballen van de voet raken. Het paard kan zich daardoor ernstig verwonden.(Balbetrapping)

Het hoefijzer krijgt een extra druk in de teen te verwerken ( een soort hefboomwerking) waardoor de hoefijzers eerder komen los te zitten.

 

 

 

g8 Ook zien we vaak veulens met enorme lange tenen, maar dit is een zeer normaal verschijnsel.
De veulens gaan in sommige gevallen op de ballen staan  en de teen wipt naar omhoog. Deze standen worden veroorzaakt door slapte. Dit probleem lost zich in enkele weken vanzelf op.

 

Bij dit veulen is duidelijk een enorme ring te zien. Dit is de overgang naar het zeer slappe voetje, dat bij de geboorte niet mag beschadigen.
Hier ontwikkelt zich al het jaarling- of paardenvoetje. Dit zal tevens voor een correcte stand zorgen.

 

We kennen 3 categorieën:

Cat.1. Voeten met lange tenen en lage verzenen waarbij de voetas recht is.

Deze voeten behoren normaal te worden bekapt zonder de voetas extreem te veranderen. Met een ruim en lang beslag zal het paard zijn werk goed kunnen doen. Deze voeten worden ten onrechte platvoeten genoemd.
Toch probeert men in de praktijk ook dit soort voeten te veranderen en wel door ze op kunststof wiggen of keilen te zetten. De voeten zullen daardoor nog meer op de verzenen worden belast, wat tot gevolg heeft dat de verzenen worden ingedrukt en daardoor nog lager worden.

 

g9
Boven:  het verzengedeelte gaat bij de blauwe pijl platter liggen, de rode pijlen geven de richting aan van de hoornpijpjes die op het achterste gedeelte bijna horizontaal liggen. Wordt deze voet met keilen beslagen, dan zullen de verzenen nog lager worden.

 

Cat.2. Voeten met lange tenen en lage verzenen waarbij de voetas naar achter gebroken is.
   
Deze categorie heeft vaak problemen die niet zonder slag of stoot kunnen worden opgelost. 
Meestal is de hoefsmid de oorzaak van het probleem.
Bij het bekappen van de hoornschoen wordt bijvoorbeeld niet goed op de voetas gelet, er wordt niet op de dikte van de wanden gelet, de hoornschoen wordt niet goed in het model gevijld, de teenwand wordt te breed gelaten, het hoefijzer wordt niet voldoende teruggepast en ga zo maar door. Dit kunnen allemaal oorzaken zijn van lange tenen en lage verzenen. 

g10 g11
Links: voor….
De gele lijn (B) is een gebroken voetas naar achter omdat de teen te lang is gelaten. De kracht van deze lijn gaat altijd naar het verzenengedeelte, waarbij dit gedeelte extra druk krijgt.
Door deze stand wordt de krachtlijn A. achter de ballen van de hoef gelegd
Rechts: na….
De voetas (B) is weer in een normale stand gebracht waarbij de teen is ingekort. De krachtlijn A wordt verder naar voor gebracht waardoor de druk op het verzenengedeelte wordt verkleind.
Bij dit ingrijpen wordt tijdelijk een Belgisch balkijzer gelegd waaronder een Equi-Thane Hoofpak®  wordt aangebracht om de druk op de 
achterste hoefhelft te verdelen.

 

g12 g13

Niet te vergeten zijn de verwaarloosde voeten waarbij de hoornschoen op den duur gaat vervormen. Bij dit soort voeten moet men in een keer fors ingrijpen en de teenwand verwijderen om weer een normale stand te verkrijgen.

 Cat.3. Voeten met vlakke en bolle zolen.

Voeten met vlakke en bolle zolen geven meestal geen lange tenen en ondergeschoven verzenen.
Wel kunnen ze een kreupelheid veroorzaken, maar dat kan alleen als  de bodemdruk te groot is.
Voeten met vlakke of bolle zolen worden beslagen met een breed hoefijzer waarbij de draagvlakte van het hoefijzer moet worden uitgesmeed, omdat de zool geen dracht op het hoefijzer kan hebben.
g14

 

 

 


Beslag….

Een paard wordt aangeboden met het verhaal dat het kort loopt en niet op de wending wil gaan. Het struikelt veel en is gevoelig.
De hoornschoen is geheel vernield omdat men heeft geprobeerd de verzenen omhoog te halen met kunststof wiggen.
Door de verkeerde druk zijn ook de verzenen weggedrukt, waardoor het paard slecht is gaan lopen.

 

g15 g16


De verzenen zijn veel te plat geworden waardoor het paard de straal te veel moet belasten.

Normaal moet een paard het straalkussen kunnen belasten, maar doordat de verzenen te laag zijn, wordt het straalkussen overbelast en dat kan tot overgevoeligheid leiden.

g17 g18


Bij het opnemen van de voet zien we dat de natuur zelf al heeft geprobeerd om probleem te herstellen. De omslag van de verzenen vertoont een extra hoorgroei (wordt aangewezen).
De voet wordt bekapt. We zien dat er bijna niets af kan, behalve het teengedeelte. (Al het witte hoorn is de plaats waar kon worden bekapt.) 
We sparen alles en laten de zool zo dik mogelijk.

 

g19 Links: Het paard wordt beslagen. We zien het verschil in beslag.
Het linker hoefijzer heeft een eivormig model. De hoefsmid heeft er maar een stukje ijzer tussen gelast waarvoor hij een oud ijzer heeft gebruikt.
Het rechter hoefijzer is 2 maten groter; er wordt een Nederlands balkijzer van gemaakt dat er netjes en verzorgd uitziet, maar wel een functie moet hebben.
Normaal gesproken verandert een voet niet van maat en model…
g20 Het hoefijzer moet ruim en lang zijn, zodat de hoornschoen er goed op kan bewegen en de hoef niet al na 2 weken over het hoefijzer staat.
Links: Na het 3de nagelgat moet het hoefijzer ruimer liggen. Dit noemen we “garnituur leggen”.
g21 Het eindresultaat: zo moet een paard op zijn hoefbeslag staan.
Vanaf het 3de nagelgat geeft het hoefijzer de broodnodige ruimte (garnituur).
De hoefijzertakken zijn voldoende lang en geven de voet genoeg ondersteuning.

 

Voor paarden die een verzenomslag hebben die te laag is en bovendien een gebroken voetas naar achter hebben, kunnen we ook een beslag leggen met een dubbele balk, waarbij de gehele voet wordt ondersteund met Equi-Thane hoofpak®

g22 g23
Links:de omslag van de hoornwand (verzengedeelte) is onderbroken. Rechts: een duidelijk beeld van een te laag verzengedeelte met een straallichaam dat boven dit verzengedeelte uitkomt.

 

g24 g25 g26

Het hoefijzer wordt ruim gepast. We lassen een balk in het teengedeelte en een balk in het achterste gedeelte van het hoefijzer. Dit doen we zo, dat deze beide balken de zool en straal niet kunnen raken (ook niet bij een belaste voet).
De achterste balk ligt iets terug omdat de straal anders toch de balk zou raken, wat een ontstoken straal kan veroorzaken.
Nadat we het hoefijzer onder de voet hebben genageld, spuiten we Equi-Thane Hoofpak®  tussen deze balken om zo de gehele voet te ondersteunen. (Equi-Thane Hoofpak® hard in 10 seconden uit en vervormt niet meer; zodoende kunnen we de zool egaal belasten, en vuil krijgt geen kans om eronder te komen.)

 

Het hoefbeslag heeft een zeer grote invloed op dit probleem. We zien maar al te vaak dat het model van het hoefijzer niet overeenkomt met het model van de hoornschoen. De afwikkeling van de voet wordt hierdoor belemmerd en het paard zal de voeten anders moeten gaan belasten.

      VOOR…
Een hoefbeslag dat jammer genoeg maar al te vaak voorkomt: een niet passend ovaal hoefijzer. Dit paard zal zijn voet meer over de buitenzijde willen laten rollen omdat de puntige teen hem in de weg zit.
Een voorvoet hoort rond te zijn omdat het model van de kroonrand en het hoefbeen in de hoornschoen dit model ook aangeven. 

g27

         NA….
Dezelfde voorvoet maar dan met een passend hoefijzer.
Deze voet is beslagen met een hoefijzer dat twee maten groter is en voldoende lengte heeft om de verzenen te
ondersteunen.

g28

Het is jammer dat we deze taferelen iedere dag tegenkomen. Wij denken dan ook dat de opleiding van onze hoefsmeden beter moet worden. De smeedvaardigheid gaat totaal verloren, wat resulteert in een hoefbeslag dat niet aan alle eisen kan voldoen.
Het is het ministerie van Onderwijs te verwijten dat ons beroep (vogel)vrij is geworden, want dat komt onze paarden absoluut niet ten goede.
Het is duidelijk merkbaar dat paarden steeds vaker beslagtechnische problemen hebben die er eigenlijk niet mogen zijn. Paarden gaan hierdoor ten onrechte kreupel.