Hoeven

 

Hoeven.

De hoef van het paard is een variatie op de klauw van een dier of de nagel van een mens. De stevige wand van een paard vormt een halve cirkel, met de buigzame straal in het open gedeelte van de boog. Daardoor is de hoef in staat om iets uit te zetten. Dit is nodig om het bloed beter in de voet te laten circuleren. Bij het belasten van de voet zet de voet iets uit en vraagt tevens om meer bloed. Bij het oppakken van de voet krimpt hij waardoor hij het bloed terug wordt geperst. Dit noemt de hoefsmid hoefmechanisme. Het gewicht van het paard hangt in feite aan de schuine hoefwanden en steunt niet op de zolen. Dit is ook de reden dat een paard staande slaapt en bijna niet gaat liggen. De achterhoeven van een paard hebben een andere vorm dan de voorhoeven, maar de hoeven zijn hetzelfde gebouwd.

 

 

                                    DE BUITENKANT

De hoefhoorn bestaat uit een soort eiwit dat keratine heet. Het wordt gevormd door de cellen van de kroonrand in een soort buisjes die verticaal over de hoefbeen naar beneden lopen.

 

                                   DE ONDERKANT

De hoefhoorn moet stug zijn en niet zacht en brokkelig. De zool moet een beetje hol zijn en het grootste gedeelte moet gelijk lopen met de draagrand van de bekapte hoef (dus waarmee hij op de grond staat)

.