Voet en Beenstanden

 Voet en Beenstanden

Ieder paard heeft voor zich een uitgesproken stand en vorm van de voeten, geen enkel paard kunnen we met elkaar vergelijken.
Een goede stand en gang van het paard is onontbeerlijk.  Iedere hoefsmid moet  alles afweten van het exterieur van het paard, de relaties tussen beenstanden, voetstanden, voetvormen en gangen.
Een beoordeling zal moeten gebeuren als het paard op een vlakke ondergrond staat,het paard wordt “vierkant”opgesteld d.w.z. dat alle vier benen gelijkmatig worden belast.

Enige kennis van verschillende rassen is aan te bevelen.  De beoordeling van de beenstanden en voetstanden zal uit bepaalde gezichtshoeken moeten gebeuren. 

Een van de belangrijkste onderdelen van de ondervoet is de voetas (rode lijn) deze voetas kan voor ieder paard verschillend zijn en is een gevolg van de beenstand.

 

De Voetas: hieronder verstaan we een denkbeeldige lijn die loopt vanuit het hart van de kogel door kootbeen, kroonbeen en hoefbeen en loopt evenwijdig met de voorzijde van de hoornwand.(gele lijn)

Voetas met benamingen van de botten.

1.straalbeen
2.hoefbeen
3.kroonbeen
4.kootbeen
5.pijpbeen
6.sesambeenderen (2)
9.griffelbeenderen (2)

 

 

 

Een beenstand  geeft altijd een relatie tot de vorm van de hoornschoen.

Voetas  terzijde bezien….

Weke voetas: de hoek van de voetas kleiner en de koot is lang
Normale voetas: de hoek van de voetas is ongeveer 45 graden.
Steile voetas: de hoek van de voetas is groter.

Deze voetassen zijn niet te veranderen

naar achter gebroken voetas: de voetas is in het hoefgewricht naar achter gebroken
Normale voetas: de hoek van de voetas is correct.
Naar voor gebroken voetas: de voetas is in het hoefgewricht naar voor gebroken, men noemt deze stand ook wel beervoetige stand.

  voetas  voor bezien….

Toontreder stand: de loodlijn loopt vanaf de kogel niet recht maar naar binnen ,het paard zal hierdoor over de buitenzijde van de hoornschoen rollen.
Normale stand: de loodlijn die door de voet loopt is recht.
Franse stand : de loodlijn loopt vanaf de kogel niet recht maar naar buiten, het paard zal hierdoor over de binnenzijden van de hoornschoen rollen.

Gebroken voetas in kroongewricht naar binnen: de loodlijn loopt recht tot het hoefgewricht en wijst daarna naar binnen.
Gebroken voetas in het kroongewricht naar buiten: de loodlijn loopt recht tot het hoefgewricht  en wijst daarna naar buiten.

Voorbeen terzijde gezien….


Normale stand: Bij een vierkant staand paard  terzijde bezien loopt een loodlijn door onderarm,voorknie en pijpbeen tot de kogel (deze moeten in elkaars verlengde liggen).de voetas is ongeveer loodrecht.
Week gekoot: een correcte loodlijn is aanwezig tot de kogel maar de voetas is  lang en heeft een kleinere hoek dan 45 graden.
Steil gekoot: een correcte loodlijn maar de voetas is kort en heeft een grote  hoek dan 45 graden.
Hol in de knie: de loodlijn is naar achter gebroken in de knie.
Bol in de knie: de loodlijn  is in de knie naar voor gebroken

Hol in de knie- week gekoot: loodlijn is naar achter gebroken en de   kootstand heeft een kleinere hoek dan 45 graden, deze stand geeft  vrijwel altijd zeer platte verzenen heeft daardoor ook veel slijtage van de gewrichten.
Uitgestoken knie: de loodlijn is correct alleen staat in de knie iets naar achter.
Ingesnoerde knie: de loodlijn is correct alleen staat in de knie iets naar voor.
Onderstandig: de voorbenen staan achter de loodlijn
Gestrekte stand: de voorbenen staan voor de loodlijn.

Voorbenen van voor bezien….

Normale stand: een loodlijn wordt uit het midden van de boeg naar beneden gelaten en moet door het midden van het voorbeen gaan en ook in het midden voor de hoef de grond raken.
Franse stand: de loodlijn is recht tot de kogel, vanuit de kogel wijst de loodlijn naar buiten.
Toontreder stand: de loodlijn is recht tot de kogel, vanuit de kogel wijst de loodlijn naar binnen.

 

X-benige stand: de loodlijn wordt in de voorknie naar binnen gebroken,voetas is recht.
O-benige stand: de loodlijn wordt in de voorknie naar buiten gebroken, voetas is recht
Wijde stand:de loodlijnen lopen recht naast elkaar alleen de paarden zijn breed van borst een wijde stand komt veel voor bij paarden waarbij de ellebogen naar buiten zijn gedraaid,voetas is recht.

 

 

 

Bodemwijde stand: de lijn die door onderarm en pijpbeen loopt is recht maar deze lijnen lopen uit elkaar. De voetas is recht.
Bodemnauwe stand: de lijn die door onderarm en pijpbeen loopt is recht maar de lijnen lopen naar elkaar toe. De voetas is recht.
Nauwe stand: de loodlijnen lopen recht naast elkaar maar de borst is smal. De voetas is recht.

 

Achterbenen van achter bezien….

Normale stand: een loodlijn moet worden neergelaten vanaf de zitbeenknobbel, midden door dijbeen, schenkel en pijpbeen en moet achter de hoef de grond raken.
Koehakkige stand: de loodlijn is bij het spronggewricht naar binnen gebroken waardoor beide hakken naar elkaar toe staan,vanaf de pijp zijn de benen ook wat naar buiten gedraaid zodat ook de hoeven naar buiten gedraaid staan.
O-benige stand: de loodlijn is bij het spronggewricht naar buiten gebroken zodat de afstand tussen de hakken groter is.
Beide standen hebben gevolgen voor de beweging.

Bodemwijde stand: de lijnen die door dijbeen,schenkel en pijpbeen lopen zijn recht  maar deze lijnen lopen uit elkaar,de voetas is recht.
Bodemnauwe stand: de lijn die door dijbeen, schenkel en pijpbeen lopen is recht   maar deze lijnen lopen naar elkaar, de voetas is recht.
Nauwe stand: de loodlijnen lopen recht naast elkaar maar de afstand tussen beide zitbeen knobbels is smal,voetas is recht.(er past geen maat van een voet tussen deze beide voeten)

Achterbenen ter zijde bezien….

Normale stand: de loodlijn moet vanuit het heupgewricht (draaipunt van de dij) worden neergelaten en komt in het midden van de hoef terecht.
Sabelbenige stand: de hoek in het spronggewricht is kleiner  dan 145 graden en zal het  pijpbeen schuin naar voor zetten.
Steile stand: ook wel recht in de sprong genoemd, de hoek in het spronggewricht is groter dan 145 graden. Het gaat meestal samen met een grotere hoek in het kniegewricht. 

 

Gestrekte stand: de achterbenen worden achter de loodlijn geplaatst (de loodlijn valt dus voor de sprong en pijpbeen).de hoek in het spronggewricht kan groter zijn ( dit is dan geen steile sprong ).

 

 

Er kunnen ook verschillende standen  ontstaan zoals een bodemnauwe-stand met een franse stand in de ondervoet of een bodemwijde met een toontreder stand in de ondervoet.

In alle gevallen kunnen we de paarden zo goed mogelijk begeleiden om ze zo gemakkelijk mogelijk te laten lopen op deze manier zoals ze zelf aangeven, met dien verstande dat we wel moeten zorgen dat de standen niet erger worden.

Correcties na de leeftijd van 3 jaar zijn uit den boze omdat men dan de gewrichten teveel eenzijdig gaat belasten.

Veel wordt gesproken over standen voetcorrecties maar kunnen de paarden dat wel aan en is dit wel nodig?
Een hoefsmid die zijn vak verstaat zal de stand van been en voet niet veranderen na de leeftijd van 3 jaar (na 3 jaar zijn de groeilijnen van de botten gestabiliseerd en kunnen daarom niet meer veranderd worden).
Er zijn teveel paarden die worden veranderd en nadien problemen krijgen omdat de gewrichtsvlakten niet goed op elkaar inwerken dit als gevolg van “correcties”.
Wel zal de hoefsmid het paard goed opserveren en het zo bekappen of beslaan zoals het dier dat zelf aangeeft en gemakkelijk kan functioneren
Een goede hoefsmid kan zo beslaan dat het lijkt dat de stand is veranderd maar dan heeft hij alleen gewerkt aan het optisch beeld.(een scheve stand zo beslaan dat het lijkt of iets recht is).